Namaste
Het woord Namasté heeft zijn oorsprong in het Sanskriet en komt van het woord ‘nam’ wat ‘buigen’ betekend. Met Namasté wordt bedoeld: ‘ik buig voor jou’. Namasté kan verbaal als groet worden gebruikt, maar ook non-verbaal door een handgroet te doen. Zo’n handgroet of gebaar noem je een mudra. Deze mudra maak je door de handpalmen (vaak voor de borst) tegen elkaar te zetten en vingers naar boven te laten wijzen. Tijdens zo’n groet wordt er ook vaak een klein knikje met het hoofd gemaakt, richting de handen. Wanneer je deze mudra doet, kun je er ook nog ‘Namaste’ bij zeggen.
In India en andere hindoeïstische landen is deze mudra een gebruikelijk gebaar om elkaar te groeten en ook respect te tonen.
De symboliek achter dit gebaar komt uit het tantrisch boeddhisme, waarbij de linkerhand te maan en gevende hand symboliseert en de rechterhand de zon en ontvangende hand. De vijf vingers symboliseren de vijf elementen, waarbij de duimen staan voor leegte, de wijsvingers voor lucht, de middelvingers voor vuur, de ringvingers voor water en de pinken voor aarde.
Namaste tijdens de kinderyogales
In de kinderyoga wordt deze groet gebruikt om elkaar respect te tonen en zo ook de godheid in de ander. Het is een groet van de ene ziel naar de andere en wordt met of zonder het zeggen van Namasté vaak gebruikt aan de start of met de afsluiting van de les om elkaar respect te tonen. Respect voor de ander, respect voor jezelf en respect voor alles dat tijdens de les gebeurt.
Uitleg voor kinderen van het woord is: 'het licht in mij groet het licht in jou'.