Puberteit
Tussen het 11e en 18e levensjaar komen kinderen in de puberteit. Dit is een overgang van kind naar volwassene. In deze periode moet je bepalen wie je werkelijk bent. In deze levensfase wordt de behoefte aan goedkeuring door leeftijdgenoten nog groter, je zelfbeeld hangt dan af van het oordeel van de mensen om je heen. Hoe minder vertrouwen je in jezelf hebt, hoe belangrijker de goedkeuring van de anderen dan is. Je neemt steeds meer afstand van je ouders en wordt steeds zelfstandiger en onafhankelijker; als je tenminste de ruimte krijgt om risico’s te nemen en fouten te maken en om zelf verantwoordelijk te leren zijn voor je beslissingen en de consequenties daarvan. Als je te weinig gestimuleerd bent om stapsgewijs verantwoordelijkheden op je te nemen, kun je moeite hebben met onafhankelijk worden en verschuil je je graag achter anderen. In de huidige tijd zie je steeds meer ouders, die hun kind niet genoeg stimuleren om de bij hun leeftijd passende verantwoordelijkheid op zich te nemen.
foto: ouders.nl
Mentale en lichamelijke ontwikkeling
In de pubertijd maakt een tiener mentale en lichamelijke veranderingen. Hun lichaam begint te veranderen. Meisjes worden onder andere ongesteld en jongens krijgen de baard in hun keel. Zo gaan ze op zoek naar hun identiteit en zetten ze zich af tegen hun ouders, om te ontdekken wie ze zelf zijn en wat ze zelf willen. Ze moeten hun eigen autoriteit worden, hun eigen dromen, hun eigen leraar zijn. Opstandigheid hoort bij deze fase. Pubers kunnen een heel groot rechtvaardigheidsgevoel hebben. Dit is een reactie op alles wat hun zelfbeeld bedreigt. Soms laten mensen dit opstandige deel van zichzelf hun hele leven bepalen en blijven tegen alles in opstand komen. Als de regels in het gezin te soepel waren waardoor ze niets hadden om zich tegen te verzetten, konden ze de vaardigheid om te rebelleren niet leren.
Illustratie: ontwikkelingsblog.com
Puberhersenen
De reden waarom pubers lastig gedrag vertonen, ligt voor een belangrijk deel in veranderingen in de hersenen. Het verstandelijke gebied van de hersenen werkt nog niet zo goed samen met het emotionele gebied. Omdat de hersens nog niet volledig ontwikkeld is, betekent dit dat onderstaande gedragingen nog niet altijd even vanzelfsprekend zijn:
- Het reguleren van emoties en het stellen van prioriteiten
- Het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid
- Het onderdrukken van impulsieve neigingen
- Het maken van keuzes op grond van rationele criteria
- Het anticiperen op acties van anderen
- Het overzien van lange termijn acties (doelen stellen)
- Het inzien van gevaar