Faalangst

Faalangst

is dat je bang bent om te falen. Je voelt angst dat de taak die je gaat doen zal mislukken. Je angst om te mislukken is zo groot dat je mogelijk blokkeert en hierdoor word je zenuwachtig. De zenuwen zijn voelbaar in het lichaam en denken. kan voorkomen bij verschillende taken zoals toetsen, prestaties, sport, werkdeadlines, enzovoort.

 Ook bestaat er sociale faalangst. Bij sociale faalangst ben je bang om afgekeurd of uitgelachen te worden door anderen om de persoon die jij bent.

 Wat ervaren mensen in hun lichaam bij faalangst?

1. Warm worden van de zenuwen. Er ontstaan rode vlekken in de hand en gezicht en ook ga je (overmatig) zweten.
2. Oppervlakkige ademhaling, vaak hoog in de borstkas.
3. Trillende benen, armen, handen.
4. Spierspanning in de nek, schouders en rug.
5. Buikkrampen, darmklachten, veel moeten plassen.
6. Brok in de keel, stotteren, niet uit woorden kunnen komen
7. Soms zelfs overgeven en flauwvallen.

 Veel voorkomende gedachten en gedragingen bij faalangst

Gedachtes zijn vaak negatief en bekritiserend. Je ervaart doemdenken zoals:

• Bekritiserend: ’Ik kan het niet, ik ben niet goed genoeg’.
• Laag zelfbeeld: ’Ik ben een loser’,
• Uitstelgedrag: ’Ik ga het niet doen’.

 Daarnaast ook:

1. Besluiteloosheid
2. Black-outs
3. Neiging lange werkuren te maken.
4. Slechts slapen en veel piekeren
5. Stress

Oorzaken van ontstaan faalangst

Faalangst ontstaat door verschillende factoren. Vaak in combinatie met een negatieve ervaring. Twee veelvoorkomende oorzaken:

1. Het ervaren van prestatiedruk. Het gevoel dat je voortdurend niet kan voldoen aan de eisen die anderen of jijzelf stellen. Je ervaart afkeuring. Tot gevolg ontstaat een laag zelfbeeld en gevoelens van onzekerheid.
2. Perfectionisme. Hoge eisen aan jezelf stellen. Je mag geen fouten maken en toch haal je een onvoldoende voor de toets  waar je hard voor geleerd hebt.

Tips om met faalangst te leren omgaan

Voor faalangst bestaat geen geneesmiddel. Wel zijn er verschillende manieren om met faalangst om te leren gaan.

1. Positief dagboek bijhouden. Schrijf elke dag minimaal vijf dingen op die goed gingen: ‘vandaag ben ik op tijd opgestaan’ of ‘vandaag heb ik lekker gesport’.
2. Omdenken. Negatieve gedachtes om te zetten in positieve gedachtes.
3. Inspanning en ontspanning plannen. Wanneer ga je werken en wanneer is er vrije tijd?Sta jezelf toe fouten te maken of je een keer niet aan je planning te houden. En beloon jezelf na het afmaken van je taak.
4. Voldoende lichaamsbeweging, bijvoorbeeld yoga.
5. Ontspanningsoefeningen zoals de lijkhouding.
6. Ademhalingsoefeningen.
7. Veel scholen bieden een training aan om te leren omgaan met faalangst.